Logo

TIPS  EN  TRUCS  WEDSTRIJDSCRABBLE

Duplicatescrabble is de meest eerlijke vorm van scrabble, maar het leuke van wedstrijdscrabble is juist die geluksfactor alsmede de strategie en tactiek.

Hieronder volgt een aantal tips en trucs die je kunnen helpen om zo goed mogelijk wedstrijdscrabble te spelen.


Bij een potje Scrabble, Wordfeud of Webfeud hebben drie factoren een grote invloed op je winstkansen.

In volgorde van belangrijkheid:


1. Woordenschat

2. Tactiek en strategie

3. Geluk



Woordenschat          STUDEREN  LOONT !


Normaal gesproken is je woordenschat je belangrijkste wapen als je al je gespeelde wedstrijden bekijkt.

Maar er zijn veel spelers die een hulpmiddel gebruiken, zullen er velen denken.

Ja dat klopt; thuis wordt er vaak gewoon met de Dikke Van Dale gespeeld,

of – nog beter – met de Officiële woordenlijst voor scrabble (SWL) ook van Van Dale.

Online heb je ook vele hulpmiddelen tot je beschikking.

En jij zult daar misschien wel eens of zelfs heel vaak gebruik van maken.

Je bent overigens niet de enige; wij vermoeden dat de overgrote meerderheid dat ook doet.

Dus dat is op zich al een goede reden om gewoon mee te doen aan een offline kampioenschap:
daar kun je niet gebruikmaken van hulpmiddelen, maar je tegenstander dus óók niet!

Maar, eerlijk is eerlijk, je woordenschat wordt dan wel wat belangrijker in dit soort wedstrijden.

Echter met alleen een grotere woordenschat ga je zeker niet zomaar winnen en in veel situaties is je tactiek
zelfs de belangrijkste factor.
Zonder een goede tactiek kun je toch verliezen, zelfs als je een wandelend woordenboek bent.


2-letterwoorden

Er zijn op dit moment 93 toegestane 2-letterwoorden. Leden van de SBNL of NTSV kunnen gratis in bezit
komen van deze lijst.

Het is toegestaan om dit te gebruiken tijdens een wedstrijd.

Leer ze ook uit je hoofd, dat scheelt weer tijd!


3-letterwoorden

Er zijn in de SWL versie van 2023 1.034 toegestane 3-letterwoorden te vinden.

Dat is al een hele grote lijst om uit je hoofd te leren.

Veel woorden zullen je echter wel weten.

Wil je weten welke 3-letterwoorden zijn toegestaan?

Gebruik dan hiervoor het programma Score (zie bij links).

Ga naar het menuonderdeel [zoeken]. Tik daar een A in gevolgd door tweemaal *.

Zo zie je alle 3-letterwoorden beginnend met een A.

Schrijf vervolgens alle woorden op die je niet of niet goed kent en doe dat met elke mogelijke beginletter.

Zo kun je stap voor stap steeds meer woorden uit je hoofd leren.


Query

De scrabblebond geeft het boekje Query uit, waarin alle toegestane woorden van 2 tot en met 10 letters
in staan met een Q, X en Y.

Dit boekje is alléén voor leden verkrijgbaar.

Het is een goede manier om steeds meer van deze ‘moeilijke’ woorden uit je hoofd te leren.


SWL

De Officiële woordenlijst voor scrabble van Van Dale, ook wel de SWL genoemd, is de onbetwiste autoriteit
bij scrabblewedstrijden en bij een spelletje scrabble thuis.

Hierin staan alle toegestane woorden van 2 tot en met 9 letters.

Een superhandig naslagwerk dat je altijd en overal kunt gebruiken.

Vooral als je bijzondere woorden ziet is het leuk en zeker leerzaam om te checken of dit ook in de SWL staat!


Taalreglement

Het is zeker een must om het taalreglement eens goed te bestuderen.

Je kunt het hier downloaden.

Kijk ook bij Stichting Woordenschat voor nog meer informatie over taalregels. Erg leerzaam!



SCHUIVEN  MET  JE  LETTERS


Scrabbelen is niets anders dan van lukraak getrokken letters bestaande woorden maken.

De vele mogelijkheden onderzoeken kan het best door de letters door mekaar te haspelen.

Maak handig gebruik van de vele voor- en achtervoegsels of lettergroepen om twee, drie of
meer letters apart te houden en met de rest het woord te vervolledigen.


Voorbeeld:

Met de letters I R C K T S H is het woord SCHRIKT snel gevonden als je eerst de S C H R afzondert!



LETTERCOMBINATIES


Woorden mogen in dezelfde beurt vooraan en achteraan verlengd worden, als het nieuwe gevormde
woord maar bestaat.
Voor FIETS kunnen nog de volgende 3 letters gelegd worden: AAN*, BAK, LIG, LOK, MEE*, OMA, REN, WEG*, ZIT.
Na FIETS kunnen nog de volgende 3 letters gelegd worden: BAL, BEL, BUS, DAG, END, ERS, HOK, JES, KAP, KAR,
LES, MOF, NET, PAD, PET, REK, RIT, TAS, TEN, ZAK.
*: werkwoorden, uiteraard is fietsen ook een werkwoord.

Let op lettercombinaties in de getrokken letters om een woord te beginnen met bv.:
aan-, ont-, toe-, sch-, schr-, ver-, over-, voor-, spr-, str-, uit-, neer-, neder-, mee-, onder-

Let op lettercombinaties in de getrokken letters om een woord te eindigen op bv.:
-end, -ende, -elen, -eden, -ige, -igen, -onen, -anen, -enen, -heid, -eren, -nste, -tig, -erd, -isch, -eld, -dend,
-tje, -tjes, -gers, -kers, -vers, -kje(s), -mpje(s)

Let op de vakjes met 2x of 3x letterwaarde en 2x of 3x woordwaarde om die in beide richtingen te gebruiken (plakkertje!).
Door handig gebruik te maken van deze vakjes met een letter van hoge waarde, verzamel je al vlug heel wat punten;
leg je bv. de letter W (5 punten) op een vakje met 3x letterwaarde dat terzelfder tijd zowel horizontaal als verticaal
gebruikt wordt, dan brengt deze letter alleen al 30 punten op!

De aanvoegende wijs is heel populair onder scrabbelaars. Blijkt dikwijls een goudhaantje te zijn om in volgende beurten te verlengen:
LOPE LOPEND LOPENDE LOPENDEN

In de praktijk worden niet zo vaak woorden van meer dan acht letters gelegd. Woorden van 9 tot 12 à 13 letters
komen meestal tot stand doordat een eerder gelegd woord meerdere malen wordt verlengd.



Tactiek  en  strategie


Niet om een hele lange discussie te starten, maar er is een verschil tussen tactiek en strategie, al is de grens daartussen soms een grijs gebied.

Tactiek is meer voor de korte termijn, dus voor een of enkele beurten. Terwijl de strategie meer iets is voor de
manier waarop je de hele wedstrijd speelt.


Voorbeeld strategie

Als strategie kun je hebben dat je altijd het spel dichtgooit. Dit om de kans te verkleinen dat je tegenstander opeens een scrabble kan leggen voor veel punten. Er zijn spelers die zelfs een scrabble vermijden in de openingsbeurt
en liever wachten totdat de tegenstander een woord legt.

Een andere strategie kan juist zijn dat je juist heel open speelt. Dit omdat je goed tactisch kunt ruilen en je een
grote woordenschat hebt van zeven- en achtletterwoorden. 

Maar het kan ook een strategie zijn om tegen spelers met een veel grotere woordenschat dan jij juist daarom
open te spelen, omdat de geluksfactor dan misschien wat belangrijker kan worden.

Of gewoon omdat je het leuk vindt om open te spelen.

Tijdens een spel kun je uiteraard ook weer van strategie veranderen, als de situatie dat vereist.


De tactiek je die hanteert is eigenlijk voor elke beurt weer anders, dus korte termijn.

Ga je ruilen, of ga je juist een klein woord leggen, omdat daar toevallig ook ‘slechte’ letters bij zitten.

Ga je een open positie voor een 3x-woordwaarde blokkeren, of ga je juist ergens anders ook een positie voor
een 3x-woordwaarde openleggen, om jouw kansen te vergroten?


Het kan belangrijk zijn dat je de strategie van je tegenstander al een beetje kent vanuit vorige wedstrijden.

Als je weet dat iemand graag alles dichtlegt, omdat hij daar sterk in is, kun jij er juist voor kiezen om open te spelen.

En zo zijn er nog talloze voorbeelden te bedenken.

Je tegenstander laten denken dat jij de Q nog niet hebt in het eindspel, door telkens maar 1 of 2 letters op het bord te leggen. Terwijl jij die Q allang hebt (en ook al een U erbij) en met de andere letters telkens nog leuke scores kunt leggen, maar zo voorkomt dat je tegenstander veel letters pakt en daardoor misschien juist minder punten scoort.

Bestudeer daarom ook heel goed de voorbeeldwedstrijden waarin doorlopend tactisch wordt gespeeld.



De  eerste  beurt

Altijd belangrijk die eerste beurt.

Ga je letters ruilen of leg je direct een woord?

Heb je alleen maar slechte letters, dan kun je kiezen om te gaan ruilen.

Of je besluit bijv. KS, PF of CO te leggen, om de kans te verkleinen dat je tegenstander direct een
hoge score kan behalen.

Mag je tegenstander beginnen en legt die direct een scrabble neer?

Ruil dan bij voorkeur niet, want een slimme tegenstander gaat dan direct ‘tempo’ maken en
de volgende beurt proberen om weer een (redelijk) goede score te leggen.

Heb jij al een scrabble liggen met een blanco erbij?

Dat kan een reden zijn om een keer te passen.

Legt je tegenstander dan wat neer, dan kun je misschien nog meer punten leggen.



Ruilen

Een belangrijk onderdeel van het spel is je ruiltactiek.

Sommige spelers houden van veel ruilen, om zo de kansen te vergroten voor hoge scores middels een scrabble.

Anderen doen dat juist liever niet.


Wat is een goed moment om te ruilen?

Als je vooral of zelfs alleen maar (mede)klinkers hebt, is dat normaal gesproken altijd een goed moment om te ruilen. Maar als je 20 punten kunt halen door 4 van je 7 medeklinkers te leggen?

Dan ruil je eigenlijk ook en bovendien heb je 20 punten kunnen bijschrijven.

Als je tegenstander heeft geruild, kan het een goed moment zijn om dat ook te doen.

Als niet alleen jij maar ook je tegenstander waarschijnlijk geen grote score kan leggen, is het wellicht ook een goed moment om te ruilen.

Als je slechte letters hebt en een open positie (bijv. 3x letter- of woordwaarde) kunt blokken met 1 of 2 letters, is het waarschijnlijk beter om niet te ruilen, maar dus te blokken.


Maar wat zijn slechte letters?

Even een zeldzaam maar leuk voorbeeld.

Je hebt de letters BJJRSST.

Niet nadenken en flink wat letters ruilen, of toch niet?

Als er een O ligt, kun je BORSJTSJ leggen, een Oekraïense rodebietensoep. 😊

En uiteraard zijn er talloze voorbeelden te bedenken met wat eenvoudigere woorden:

Je hebt BCDRSUN. Enkele medeklinkers ruilen en vooral de ‘slechte’ letter BCS, of toch even verder kijken dan je neus lang is? Met een E op het bord, kun je SCRUBDEN leggen! 


Onjuist ruilen

Er kan een heel boek worden geschreven over hoe te ruilen in een bepaalde situatie.

Heb je bijvoorbeeld de volgende letters: OAE, dan is het normaal gesproken beter om de A te ruilen dan de O.

Omdat je met de O ook OE kunt maken.

Ook bepaalde combinaties van letters zoals CHT of STR of ND kun je bij het ruilen beter bewaren.

Maar veel hangt af van de situatie op het speelbord en natuurlijk ook welke letters nog over zijn.

Soms kunnen slechte letters goed zijn en soms kunnen goede letters juist slechte letters zijn,
als je je scrabble niet op het bord kunt leggen.

Dus onjuist ruilen kan ook jou zeker overkomen en kan regelmatig doorslaggevend zijn!


Teveel ruilen

Er worden veel wedstrijden verloren doordat de speler teveel heeft geruild.

Als jij ziet dat je tegenstander dol is op ruilen, blijf dan zelf vooral op ‘tempo’ spelen.

Jij hebt namelijk een extra beurt om te scoren en dus uit te lopen of juist in te lopen op jouw tegenstander.

Neem dan de ‘slechte’ letters die achterblijven op je plankje voor lief.

Maar als je flink achterstaat, kun je op het moment komen dat je alles of niets moet spelen om toch nog een kans te maken om te winnen…



Tot slot nog een aantal korte tips, waarbij telkens geldt dat vooral de spelsituatie op dat moment bepaalt of je een tip wel of juist niet wilt toepassen!



Geef  geen  kansen  weg

Kun je 33 punten neerleggen waardoor het open komt te liggen, dus ook voor je tegenstander, of leg je 12 punten neer maar geef je geen kansen weg? Dan kan de verdedigende keuze de beste zijn.



Geef  wel  kansen  weg

Ja je leest het goed.

Soms is het juist beter om extra kansen weg te geven.

Als er bijvoorbeeld een 3x woordwaarde openligt op een mooie plek en jij kunt die niet goed gebruiken?

Overweeg dan om die plek juist niet te blokkeren, maar leg het dan ergens anders ook open. Maakt je tegenstander gebruik van de ene 3x woordwaarde, dan heb jij daarna nog altijd kans om die andere te verzilveren.

Maar dit alles hangt natuurlijk heel erg af van de situatie op dat moment: jouw eventuele achterstand (dus eventueel meer risico nemen), de letters die jij op je plankje hebt liggen, etc.



Geduld  is  een  schone  zaak

De hoogste score is niet altijd de beste score.

Als je achter staat, word dan niet direct zenuwachtig, maar blijf rustig spelen door slechte letters weg te leggen en betere letters te behouden en ga niet direct alles opengooien om jouw kans te vergroten op een hoge score. Jouw tegenstander heeft dan ook een grotere kans.

Kies je moment zorgvuldig uit om toch het bord open te gooien, of toch veel letters of die vermaledijde Q te ruilen.

De Q ruilen? Opnieuw niet te snel zenuwachtig worden! Als er mogelijkheden zijn om met je andere letters goede scores te behalen en alle U’s en enkele A’s zitten nog in het zakje, kan geduld zeker een hele schone zaak worden!



Langer  is  niet  altijd  beter

Vaak leggen spelers langere woorden neer terwijl met een kort woordje iets minder of zelf meer punten kunnen worden neergelegd. HOOPT kan misschien 36 punten opleveren, maar als er nog weinig klinkers over zijn en er met HOP 29 punten kan worden behaald, is dat misschien beter omdat je een extra klinker voor de volgende beurt overhoudt.



Denk  vooruit

Net als bij schaken of dammen, kan het vaak heel verstandig zijn om vooruit te denken.

Kun je bijvoorbeeld VERLOOP leggen voor 31 punten, maar OVERLOOP voor 52 punten, dan kan het toch verstandiger zijn om die O te bewaren als er verder geen O’s meer over zijn en jij in een van de volgende beurten met die O een
mooi woord kunt leggen in combinatie met OVERLOOP.



Tel  de  letters

Bij online spellen zoals Wordfeud en Webfeud kun je altijd zien welke letters er nog in het ‘zakje’ zitten.

Bij een offline spel kan dat niet.

Daarom noteren veel spelers altijd alle letters die op het bord zijn gelegd.

Dat kan soms heel voordelig zijn, met name in een spannend eindspel.

Maar geen nood als je dat lastig vindt; lang niet iedereen doet dat ook. 

Aan jou de keuze.



Het  eindspel

Er zijn veel voorbeelden bekend van spelers die te snel te veel letters wegleggen in het eindspel en daardoor een overwinning mislopen. Als je bijvoorbeeld ziet dat de tegenstander mooie letters heeft, maar ook een C die nog
maar op één plek kan worden gelegd, blokkeer eerst die plek dan.

En leg vervolgens letter voor letter weg, waarmee je vaak meer punten kan halen dan als je drie of meer letters tegelijkertijd op het bord legt.

Mede daarom is letters tellen erg handig! Doe je dat pas op het laatst, dan verlies je kostbare wedstrijdkloktijd.



Geluk


En dan de laatste factor: het geluk.

Vaak hoor je “ik heb ook altijd pech” als iemand voor de zoveelste keer van die ene tegenstander heeft verloren.

Maar in veel gevallen is er sprake van een mindere woordenschat en/of niet altijd de beste tactiek gebruiken.

Want ook jij kunt jouw pech- of geluksfactor absoluut beïnvloeden door je woordenschat te vergroten en zeker
door je tactisch vernuft te verbeteren.

Heb je ‘slechte’ letters? Kies dan sneller voor het dichtleggen van het spel. 

Als jouw tegenstander wel goede letters heeft, wordt het toch lastiger om bijvoorbeeld een scrabble te leggen
of goed gebruik te maken van een 3x letterwaarde- of 3x woordwaardevakje.

Geluk is dus zeker bij te sturen en veel vaker dan je denkt niet de belangrijkste reden dat je hebt verloren!



Copyright www.wedstrijdscrabble.nl


Share by: